Skip to main content

Door Paul Krieckaert

Dit keer een onderwerp dat ook weer feilloos past in de categorie bakerpraatjes. We gaan het op veler verzoek hebben over vermogen en koppel. Als er tussen liefhebbers gesproken wordt over de prestaties van hun gouden koets, dan is het onderwerp meestal topsnelheid, acceleratietijden en maximum vermogen. Koppel is vrijwel nooit onderdeel van de discussie. Dat is echter volledig onterecht, want geen koppel = geen vermogen.

Als we eerst eens kijken naar de definitie van vermogen: Vermogen = Koppel x Toerental; dan ziet u dat er in ieder geval een direct lineair verband is tussen de twee. Dus een hoog koppel bij een bepaald toerental levert een hoog vermogen. Daarmee is de vraag “wat is nu belangrijk, koppel of vermogen?” meteen beantwoord. Dat is dus koppel. Dat er meestal alleen over vermogen gesproken wordt, is waarschijnlijk omdat men het gemakkelijk associeert met snelheid. Wanneer men gevoel voor koppel wil hebben, dan is de mate waarin je kunt versnellen een goede associatie. Met andere woorden: koppel merk je wanneer je met 2000 toeren rijdend het gaspedaal plotseling helemaal intrapt. De mate van acceleratie is dan een gevolg van de hoeveelheid koppel die je ter beschikking hebt.

Ik heb geprobeerd één en ander te verduidelijken met bijgaande (fictieve) plaatjes. Wanneer uitsluitend gelet wordt op maximum vermogen, dan is de auto met de zwarte vermogenskromme de winnaar. Laten we voor het gemak even zeggen dat dit de GT3 is, die draait een hoger maximum toerental dan de andere motoren. De rode auto (laten we zeggen een standaard 996) heeft een veel lager maximum vermogen, maar heeft tot bij hoog toerental toch meer vermogen dan de zwarte zoals u ziet (nogmaals, deze plaatjes zijn geen realiteit, anders zouden er weinig GT3’s verkocht worden). Deze 996 heeft over een groot toerengebied een hoger koppel, en dus meer acceleratievermogen. Pas bij hoog toerental moet hij het afleggen tegen de zwarte. De blauwe sukkelaar is mijn 993 (jammer genoeg ook fictief). U ziet dat die qua maximum vermogen nogal wat tekort komt, echter pas bij relatief hoog toerental. ‘Onderin’ (bij laag toerental) is hij veruit de snelste, omdat hij daar veel meer koppel, en dus veel meer vermogen heeft.

Nu u het gevoel heeft dat u het allemaal begrijpt, is het tijd om het fenomeen versnellingsbak in de strijd te gooien. Door de juiste versnellingen te kiezen kan de zwarte auto vrijwel steeds in het gebied gehouden worden waarin het vermogen groter is dan dat van de andere twee. Wanneer dat het geval is, dan accelereert de zwarte auto toch weer als snelste. De consequentie is dan wel dat er flink geschakeld moet worden en steeds met hoog toerental gereden wordt. Dat is voor een raceauto geen probleem (afhankelijk van het circuit overigens), maar voor een gewone gebruiksauto wel. Voor gewoon gebruik is de blauwe perfect: veel trekkracht (koppel) onderin, dus weinig schakelen en rijden met lage toerentallen (minder herrie en minder slijtage).