Skip to main content

Henne Lembeck

Soms zie je bij de 356 met stoterstangmotoren dat er extra oliekoelers voor in de spatschermen zijn ingebouwd. Afgezien van het feit dat dit het uit- en inbouwen van de motor extra bemoeilijkt, is het nut van zo'n extra koeling –behalve misschien voor racedoeleinden– volkomen te verwaarlozen. De toerentallen van stoterstangmotoren zijn bij lange na niet zo hoog als bij de door Dr. Fuhrmann ontworpen Carrera-motor en daardoor is er ook veel minder warmteontwikkeling. Wat veertig jaar en meer geleden genoeg was, voldoet ook op dit moment nog uitstekend. Een nadeel van de grotere hoeveelheid olie is zelfs, dat het langer duurt voor de motor op bedrijfstemperatuur is, en dat je hem dus pas later kunt belasten. Zelfs in de racerij is het belangrijker dat je schotten in je carter inbouwt, zodat bij veel bochtenwerk de olie niet compleet aan één kant van de motor komt en de smering kan haperen.

Een ander probleem bij onze motoren is het te vol vullen van het carter. Meestal wordt hier weinig aandacht aan geschonken en veelal wordt het ook niet bemerkt. Gewoonlijk haalt men bij het controleren van het olieniveau de peilstok eruit, veegt hem af, stopt hem er hooguit één seconde weer in en haalt hem er weer uit om te zien tot waar de olie is gekomen. Bij een te hoge oliestand drukt men dan echter de olie uit het buisje en lijkt het of het oliepeil normaal is. Beter is het de peilstok niet helemaal naar beneden te drukken, een paar seconden te wachten zodat de olie in het buisje weer zijn normale niveau kan bereiken en dan pas de peilstok tot onderaan toe naar beneden te drukken. Is het oliepeil te hoog, laat dan iets olie wegvloeien (niet op straat natuurlijk, maar in een busje of iets dergelijks). Een te hoog oliepeil geeft schuimvorming en dat is niet bevordelijk voor de smering. Ook al hebben de moderne oliën anti-schuim-toevoegingen, je kunt beter geen risico nemen.